Leontientje, dochter van een horlogemaker uit Lier, is in de lente van haar leven en heeft haar hart voelen openbloeien van liefde voor Isidoor, een jongen uit de stad, die een antiekwinkeltje openhoudt.
Die werderzijdse toenadering kan jammer genoeg, niet uitgroeien tot een verloving, omdat er tussen die twee een diepe kloof bestaat : Isidoor gelooft niet in de ware Christelijke lering.
Nonkel Pastoor wordt op de hoogte gebracht van die kiese zaak. Als priester weet hij dat hij de aangewezen persoon is om die kwestie op te lossen. Hij zal dus als bemiddelaar optreden. Terwijl Leontientje op bezoek is bij Nonkel Pastoor, wordt Isidoor er voor enige dagen uitgenodigd. Door de kracht van zijn woord tracht Heeroom hem tot andere gedachten de brengen, doch zijn pogingen blijven vruchteloos.
Met een krop in de keel verlaat Isidoor de pastorie, met de gedachte te verzaken aan Leontientje. Deze slag doet haar kwijnen en een slepende ziekte voert haar ten grave.
Met een heilige gelatenheid gaat ze de dood tegemoet. Eénmaal nog wou ze Isidoor zien, vooraleer te sterven. Deze laatste wens wordt haar niet ontzeg... en haar dood gaat samen met de bekroning van Isidoor"'s zoektocht naar de genade : zijn bekering.