De succesvolle modeontwerpster Petra von Kant, een ontwikkelde en excentrieke vrouw die twee huwelijken achter zich heeft, woont met Marlène, haar slaafs bedienende secretaresse, samen.
Haar jeugdvriendin Sidonie, die uit dezelfde burgerij afstamt als Petra, introduceert Karin, een opportunistische jonge vrouw, die weggelopen is van haar man in Australië. Zij is duidelijk van eenvoudiger komaf.
Petra wordt gepassioneerd verliefd op Karin en knoopt een lescbische verhouding aan, die echter van korte duur is. Karin verlaat Petra.
Petra's dochter, moeder en vriendin Sidonie zijn voor de diep ontgoochelde Petra meer dan ooit vreemden en vijanden die niet kunnen helpen omdat ze niet kunnen (willen) begrijpen.
De verlaten egocentrische vrouw wordt dooor buitensporige aanvallen van jaloezie en vertwijfeling gekweld. Ze herstelt maar heel langzaam, begint het te begrijpen en begrip voor andere mensen te ontwikkelen.
Ze biedt Marlène, haar onderdanige kamenierster, een gemeenschappelijk leven op basis van gelijkheid.
Blijft de vraag of Marlène dat aanvaardt...